Wat was er aan de hand?
Op 26 november 2013 is een hoofdredacteur in loondienst wegens ziekte uitgevallen. Met ingang van 24 november 2015 kent het UWV hem een loongerelateerde WGA-uitkering toe op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
De hoofdredacteur ontvangt op 30 november 2015 een brief met de mededeling dat de arbeidsovereenkomst met inachtneming van de geldende opzegtermijn zal eindigen tegen 31 december 2015. In deze brief wordt verwezen naar een bijlage waarin naast de arbeidsongeschiktheid onder meer gesproken wordt over een verschil van inzicht over de invulling van de functie van hoofdredacteur.
De hoofdredacteur ontvangt een eindafrekening met daarin de transitievergoeding, die na wat heen en weer schrijven uiteindelijk keurig wordt betaald.
De werkgever vraagt vervolgens bij het UWV vergoeding (compensatie) van de betaalde transitievergoeding. Het UWV wijst het verzoek af.
Oordeel Centrale Raad van Beroep
Om voor compensatie in aanmerking te komen moet zijn voldaan aan de voorwaarde dat de werkgever in verband met het beëindigen van de arbeidsovereenkomst een transitievergoeding verschuldigd is én de arbeidsovereenkomst is beëindigd na de periode van twee jaar, omdat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten. Als aan deze (cumulatieve) voorwaarden is voldaan, verstrekt het UWV op verzoek van de werkgever een compensatie.
In dit geval is niet voldaan aan de voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd na de periode van twee jaar omdat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten. Het UWV heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat uit de stukken niet volgt dat de langdurige arbeidsongeschiktheid voor de werkgever de reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst is geweest.
Uit de bewoordingen van de bijlage bij de ontslagbrief volgt dat er door een verschil van inzicht over de functievervulling en de opstelling van en de wijze van communiceren door de werknemer een verstoorde arbeidsrelatie is ontstaan, en dat dit de reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst is geweest. Het betoog dat de langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer (mede) aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst ten grondslag lag, slaagt dan ook niet.
De weigering om de transitievergoeding te compenseren blijft in stand.
Let op: De vastleggingen in deze zaak zijn aanleiding voor weigering van het verzoek om compensatie van de betaalde transitievergoeding. Met deskundige begeleiding in een dossier met disfunctioneren en langdurige arbeidsongeschiktheid kunt u als werkgever vaak kosten besparen.